Vereniging
Beethovenstraat/Parnassusweg
H. Bosmansstraat 53
1077 XG Amsterdam
Aan Stadsdeel Zuideramstel
T.a.v mevr. A. Cannoo
Postbus 74019
1070 BA Amsterdam
Betreft: Parkeren in de Pr. Irenebuurt en de (concept) nota “Parkeren in
Zuideramstel”
Datum: 3 februari 2003
Geachte mevrouw Cannoo,
Via een aankondiging in Het Stadsblad heeft u ons uitgenodigd om
schriftelijk te reageren op de (concept) discussienota “Parkeren in
Zuideramstel” die het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel onlangs publiceerde.
U roept ons op mee te discussiëren over deze nota. Wij geven daar graag gevolg
aan. Wij hopen ten zeerste dat deze reactie een door het Stadsdeel serieus
genomen bijdrage zal zijn in de discussie rond dit onderwerp. Hoewel, wij
hebben daar niet zoveel vertrouwen in. Want de archiefkasten van het Stadsdeel
moeten inmiddels uitpuilen van de vele, vele honderden schriftelijke reacties
van bewoners en bewonerorganisaties, waarmee helemaal niets is gebeurd; het
lijkt allemaal aan dovemansoren gericht.
Want hoe bestaat ’t dat het Dagelijks Bestuur van Zuideramstel maar
blijft roepen niets te weten van gemaakte afspraken en afgegeven garanties
t.a.v de parkeerregulering in de Pr. Irenebuurt? Terwijl dit toch totaal
ongeloofwaardig is als je weet dat deze garanties en gemaakte afspraken stoelen
op talloze bestuurlijke stukken, zowel van de Gemeente zelf als van hogere
overheden en dat deze bestuurlijke stukken gewoon publiekelijk toegankelijk
zijn in de archieven van uw eigen administratieve diensten.
En hoe bestaat ’t dat het bestuur van Zuideramstel bezwaarprocedures
over deze aangelegenheid al meer dan een jaar lang traineert, in weerwil van
gerechtelijke sommaties?
En hoe bestaat ‘t dat het bestuur van Zuideramstel ieder overleg met
bewoners of bewonersorganisaties mijdt als de pest, terwijl bewonersoverleg
indertijd toch een expliciete voorwaarde is geweest bij de totstandkoming van
het parkeerreguleringsysteem in de Pr. Irenebuurt?
En hoe bestaat ’t dat het bestuur van Zuideramstel zich onttrekt aan
haar bestuurlijke verantwoordelijkheid door almaar te roepen dat men maar “naar
de rechter moet gaan”, terwijl het bestuur zich klaarblijkelijk niet wenst te
informeren bij, noch wil overleggen met de betrokkenen?
Of is deze oproep tot meediscussieren weer één van die obligate
plichtplegingen die de wet nu eenmaal voorschrijft, maar waar het bestuur van
ons Stadsdeel zich verder niets van aantrekt?
Ondanks onze scepsis, doen we - d.m.v van deze reactie - toch maar weer
een poging het Stadsdeel te doen inzien dat er een fout beleid wordt gevoerd. De
leefbaarheid van de Pr. Irenebuurt staat immers op ’t spel en dat is belangrijk
genoeg om geen middel onbeproefd te laten.
Over de achtergronden en geschiedenis van de parkeerregeling in de Pr.
Irenebuurt zullen we het hier maar niet meer hebben, daar hebben we intussen
genoeg over gezegd en geschreven. Wel zullen we het hier hebben over een aantal
kennelijke misvattingen bij het bestuur en beleidsmedewerkers van het Stadsdeel
over het parkeren in de Pr. Irenebuurt.
Het Stadsdeel wil de bestaande regeling van belanghebbenden parkeren in
de Pr. Irenebuurt afschaffen en een regime van fiscaal betaald parkeren
invoeren om vervolgens, na een jaar, een
experiment met belanghebbenden parkeren aan te vragen. Dit is de absurditeit
ten top. Wat valt er nu te experimenteren met iets wat 15 jaar lang heeft
bewezen perfect te werken en te voldoen aan alle gestelde voorwaarden?
Het Stadsdeel beweert dat het opheffen van het Pr. Irenebuurt systeem
een verplichting is die wordt opgelegd door de Parkeerverordening 2002. Maar
het argument dat de Parkeerverordening 2002 niet in de mogelijkheid van een
dergelijk belanghebbenden systeem zoals in de Pr. Irenebuurt zou voorzien is
niet valide. Op grond van deze Verordening is het bestuur van het Stadsdeel
niet verplicht het hele grondgebied aan te wijzen als vergunningengebied. Het
bestuur kan bepalen bepaalde gebieden buiten de aanwijzing als
vergunningengebied te laten. Indien het bestuur de Pr. Irenebuurt buiten de
aanwijzing als vergunningengebied laat, dan blijft de bestaande regeling die
zijn grondslag vindt in het verkeersbesluit van 13-07-99 onverkort van kracht.
Artikel 16 van de Parkeerverordening 2002, dat het systeem van belanghebbenden
parkeren regelt, staat een systeem zoals dat van de Pr. Irenebuurt niet in de
weg. Wij lezen in lid 4: “B&W stellen, gehoord de Stadsdelen, een lijst
samen van de houders van motorrijtuigen en bedrijven en categorieën van houders
van motorrijtuigen en categorieën van bedrijven die belanghebbende zijn in de
zin van deze verordening”. En in de toelichting van Art. 16 lid 4 staat:
“Het samenstellen van de lijst is een centrale bevoegdheid waarover de
stadsdelen gehoord zullen worden. Deze bevoegdheid is opgenomen op aan de
A-lijst, de bijlage van de Verordening van de stadsdelen. De belanghebbende die
in ieder geval op de lijst worden opgenomen betreffen hulpverleners in de
eerstelijns zorg (huisartsen en verloskundigen) en de autodeelorganisaties”.
Evenmin vormt Artikel 2, lid 2, van de verordening een beletsel voor het
belanghebbenden parkeersysteem van de Pr. Irenebuurt. Daarin is bepaald dat
indien tot enige vorm van regulering van het gebruik van parkeerplaatsen wordt
besloten, dit dient te geschieden met inachtneming van het bepaalde in de
verordening en krachtens de in deze verordening vastgestelde regelingen. Deze
bepaling heeft betrekking op regulering die wordt vastgesteld na
inwerkingtreding van de Parkeerverordening en heeft geen invloed op regulering,
zoals de onderhavige parkeerregeling, die ten tijde van de inwerkingtreding
reeds van kracht was. Dit is bovendien bevestigd in hetgeen in de toelichting
op dit artikel is overwogen.
Op grond van deze artikelen kan dus niet worden geconcludeerd dat
bestaande regelingen als die voor de Pr. Irenebuurt dienen te worden beëindigd.
In geval, om een of andere reden, het voorgaande anders zou zijn en de
Verordening geen ruimte biedt voor handhaving van de bestaande regeling in de
Pr. Irenebuurt, menen wij dat de Verordening onverbindend is, omdat zich geen
onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan die zodanig zijn dat, naar de
maatstaven van redelijkheid en billijkheid, ongewijzigde handhaving van de
afgegeven garantie en de daaruit voortvloeiende parkeerregeling niet mag worden
verwacht.
Vermeende fraudegevoeligheid en misbruik van belanghebbenden parkeren
in Pr. Irenebuurt
Misbruik speelt in onze buurt nauwelijks een rol, omdat immers – juist
ter bestijding van mogelijke fraude – indertijd werd bepaald dat de
parkeerkaarten regelmatig (iedere 24 maanden) vernieuwd moesten worden. In dit
opzicht is het onbegrijpelijk dat het Stadsdeel haar eigen anti-frauderegels
overtreedt, namelijk door de parkeerkaarten sinds 1 maart 2002 niet meer te
willen vernieuwen, ondanks de dringende verzoeken daartoe van bewoners en
bewonerorganisaties.
Het bestuur van Zuideramstel zegt meerdere gevallen van fraude zelf te
hebben geconstateerd. Als dit waar is, waarom doet het bestuur hiervan dan geen
aangifte en waarom gaat het bestuur dan door met het overtreden van de eigen
anti-frauderegels?
De Pr. Irenebuurt moet worden beschermd tegen parkeeroverlast van WTC,
Zuid station en Zuidas. Dat heeft de gemeente Amsterdam gegarandeerd en dat is
vastgelegd in tientallen besluiten, rapporten en rechtspraak van hogere
bestuursorganen. Het huidige belanghebbenden parkeersysteem, dat in gezamenlijk
overleg tussen bewoners en gemeente tot stand kwam en dat 16 jaar lang naar ieders
tevredenheid functioneerde, voldoet aan deze voorwaarde. Een regime van fiscaal
betaald parkeren voldoet daaraan niet.
Enkele jaren geleden werd er in sommige aan - en afvoer staten van de
Pr. Irenebuurt betaald parkeren ingevoerd. Nu al, zijn deze staten overdag voor
nagenoeg 100 % bezet met betaald parkerend werkverkeer en dan staan we nog maar
aan het begin van een megalomane ontwikkeling van Zuidas, Zuid station, WTC, en
andere kantoorprojecten.
Nu al, puilen de private parkeerterreinen van bedrijven in de Pr.
Irenebuurt uit, zodat meerdere bedrijven dag – en maandkaarten aanschaffen
t.b.v hun parkerende werknemers, klanten en bezoekers.
Nu al, heeft de Pr. Irenebuurt te maken met een verhouding
werknemer/bewoner van 7:1 en, gezien alle te verwachten Zuidas ontwikkelingen,
zal deze verhouding nog verder scheefgetrokken worden. Uitsluitend dankzij het
systeem van belanghebbenden parkeren bleef de buurt totnogtoe gevrijwaard van
onaanvaardbare overlast.
Ontelbare bedrijfsvergunningen zullen worden aangevraagd door de
honderden nieuwe bedrijven die zich – als gevolg van Zuidas ontwikkelingen
- in en om de Pr. Irenebuurt gaan
vestigen en de vele tienduizenden werknemers, bezoekers, NS klanten,
toeleveranciers, enzovoort zullen straks vechten om de weinige parkeerplaatsen
in de woonstraatjes van de Pr. Irenebuurt, mede als gevolg van het restrictieve
parkeerbeleid in de Zuidas. De
wachtlijsten voor het aanvragen van een vergunning zullen eindeloos lang zijn.
Waar moeten straks de bewoners en hun gasten hun auto dan laten? De noodzaak een
parkeerregeling te hebben die voldoende bescherming biedt, geldt daarom nu nog
meer dan ooit.
In dit kader is de bagatelliserende mening van
een van de beleidsmedewerkers van het Stadsdeel wel heel erg cynisch als hij
publiekelijk durft te beweren dat er aan westelijke kant van de Pr. Irenestaat
heus nog wel een paar vrije, betaald parkeerplaatsen te vinden zijn. Ja geen
wonder, daar heeft de Gemeente immers een parkje plus openbaar groen vernietigd
t.b.v de bouw van een afgesloten parkeerterrein van zo’n 300 auto’s om zodoende
tegemoet te komen aan de (gratis) parkeerbehoefte van de bedrijven ter plaatse.
Zo’n truc kan de gemeente niet nogmaals uithalen, want al het openbaar groen
van de buurt is op.
Verworven rechten van het WTC
In de Nota “Parkeernormen in de Zuidas” d.d 15
januari 2001 lezen wij dat het WTC is uitgezonderd van de nieuwe parkeernormen
in de Zuidas. Hier acht de overheid “… zich gebonden aan een gevestigd recht,
waaraan in redelijkheid niet getornd kan worden, zodat de bestaande situatie
gehandhaafd blijft”. Zo bevestigde ook de Raad van State.
De goedkeuringen van de bestemmingsplannen van
WTC/Zuidas/Zuidplein zijn onlosmakelijk gekoppeld aan de parkeerregulering in
de Pr. Irenebuurt. Het is daarom uiterst curieus dat de Gemeente niet uitgaat
van een zelfde gebondenheid aan de garantie die aan de bewoners van de Pr.
Irenebuurt werd afgegeven.
Kosten van handhaving van
belanghebbende parkeren in de Pr. Irenebuurt
Er werd indertijd bepaald dat “… de kosten van
de parkeerregulering niet op de bewoners afgewenteld zouden mogen worden, omdat
de oorzaak van de overlast immers buiten hun verantwoordelijkheid ligt”. Op 15
maart 1983 besluit B & W van Amsterdam om deze kosten (begroot op ca €
38.000 per jaar) te financieren uit de grondexploitatie van het WTC. Onlangs
berichtte een van uw medewerkers ons echter dat een dergelijke financiering
slechts één keer heeft plaatsgevonden, namelijk in 1986. Daarna zijn de kosten
uit de belastingopbrengsten betaald. Dit lijkt ons een onrechtmatig gebruik
van belastinggelden. Anderzijds zou het WTC de teveel betaalde erfpacht van
17 x € 38.000 wel eens terug kunnen vorderen. Hoe dan ook het geld moet terug
naar waar het hoort, namelijk ter bekostiging van de parkeerregulering.
De (concept) discussienota
“Parkeren in Zuideramstel”
De nota noemt de volgende regionale,
stedelijke en stadsdeel doelstellingen:
·
Verbeteren van de leefbaarheid
·
Verbeteren van de bereikbaarheid
·
Bescherming tegen parkeeroverlast
·
Terugdringen van de automobiliteit
·
Verbetering van de openbare ruimte
Invoering van fiscaal betaald parkeren in de
Pr. Irenebuurt zal geen enkele van de hierboven opgesomde doelstellingen
naderbij brengen.
·
De leefbaarheid gaat achteruit t.g.v
milieu overlast, gevaar van toegenomen werkverkeer en door parkerende auto’s
ingenomen leef – en recreatieruimte
·
Verslechtering van de bereikbaarheid
door vermeerderde aanvoer van naar parkeerplaatsen zoekend werkverkeer
·
Woonstraatjes staan vol geparkeerd met auto’s
van bedrijfsvergunninghouders en woon/werkverkeer met maand - en dagkaarten,
terwijl de bewoners zelf hun auto niet
meer kwijt kunnen
·
De extra parkeerruimte die invoering van fiscaal
betaald parkeren in de Pr. Irenebuurt verschaft, zal de automobiliteit juist
vergroten, omdat immers (nog) meer woon/werk verkeer wordt
aangetrokken
·
De openbare ruimte verloedert en het rustige
en kleinschalige karakter van de Pr. Irenebuurt gaat ten onder aan de
massaliteit van woon/werkverkeer
De door meerdere (hogere) overheden afgegeven
garantie dat “… er zich in de woonwijk ten noorden van de Pr. Irenestraat geen
parkeeroverlast als gevolg van de bouw van WTC en Zuidas zal mogen voordoen”,
is door het Stadsdeel met zoveel woorden bevestigd door als doelstelling op te
nemen om de bewoners in de omliggende buurten van de Zuidas te beschermen tegen
parkeeroverlast: zie pagina 2 onderaan. De maatregelen om deze doelstelling ook
daadwerkelijk te verwezenlijken ontbreken echter in deze (concept) Nota.
De in de
(concept) nota verwoorde sterkte/zwakte analyse heeft totaal geen
raakpunten met de situatie in de Pr. Irenebuurt.
Wel een juiste analyse is:
·
Zwakke punten in geval van fiscaal betaald parkeren:
1. Geen plaats meer voor
bewoners en hun gasten, want die is ingenomen door de auto’s van werknemers en
bezoekers van de Zuidas
2. Bereikbaarheid
afgenomen (ook van hulpdiensten), want de smalle woonstraatjes staan overdag
geblokkeerd door werkverkeer
3. Niet langer
kostendekkend, want de vergoeding van de handhavingkosten die nu wordt betaald
uit de grondexploitatie van het WTC zal wegvallen
4. Nadelige effecten op
locatiebeleid, want de gewenste beperking van woon/werkverkeer wordt niet
gerealiseerd
·
Sterke punten in geval van voortzetting van
belanghebbenden parkeren
1. Irenebuurt systeem
is juist weinig fraude gevoelig, want de parkeerkaarten worden regelmatig
vernieuwd
2. Meerdere bezoekers
tegelijk zijn juist wel mogelijk
3.
Service monteurs kunnen wel parkeren
4.
Het systeem is wel kostendekkend, want het wordt
betaald uit de erfpacht van het WTC
5.
Afdoende bescherming van bewoners tegen oneigenlijk
gebruik van de openbare ruimte
6.
De door de Gemeente afgegeven garantie van
bescherming tegen ernstige parkeeroverlast blijft overeind
Tot zover onze bijdrage om “mee te mogen
discussiëren”.
Uw reactie zien wij met grote belangstelling
tegemoet.
Hoogachtend,
T. Eernstman (bestuurslid)
J.D.M. Meurs (bestuurslid)