naar pag. 8
raad vastgestelde parkeerbeleid kaderstellend is voor de stadsdelen. Op grond van dit parkeerbeleid behoort een voortzetting van de bijzondere regeling voor de Prinses Irenebuurt niet tot de mogelijkheden. Ook uit de overige overgelegde stukken blijkt slechts dat de Gemeente de intentie heeft om de parkeerdruk op de Prinses Irenebuurt te voorkomen.
Rechtvaardigingsgrond
16.  Voor het geval dat geoordeeld zou worden dat wèl verwachtingen zijn gewekt bij eisers, merkt de Gemeente het volgende op. Het vertrouwens­beginsel houdt niet in dat dergelijke verwachtingen altijd moeten worden nagekomen. Voorop staat dat het vertrouwen zo enigszins mogelijk dient te worden gehonoreerd. Sinds het moment waarop de regeling van het be­langhebbendenparkeren werd ingevoerd, zijn echter omstandigheden ge­wijzigd, die op grond van het algemeen belang tot een andere beleidsbe­slissing nopen. Onder andere is de parkeerdruk in het algemeen aanzien­lijk toegenomen. Dit leidt ertoe dat het niet meer te billijken is dat in de rest van de stad wordt 'gevochten' om iedere parkeerplaats terwijl in de Prinses Irenebuurt meer dan voldoende ruimte is.
Overeenkomst rechtsgeldig opgezegd
17.  Indien zou worden geoordeeld dat de beëindiging van het belanghebben­denparkeren in de Prinses Irenebuurt te kwalificeren zou zijn als in strijd met de in de jaren '80 gedane toezegging, hetgeen de Gemeente uitdruk­kelijk betwist, geldt het volgende.
18.  Eisers betogen dat het in deze gaat om een privaatrechtelijke overeen­komst tussen de bewoners van de Prinses Irenebuurt en de Gemeente. Naar aanleiding van de gesprekken met de buurtbewoners maakte de Gemeente afspraken met hen over de wijze waarop de parkeeroverlast zou worden tegengegaan. De Gemeente kan met deze stelling meegaan, zij het dat het hier dan wel gaat om een duurovereenkomst. Of al dan niet sprake is van het verrichten van prestaties die voortdurend, telkens terug­kerend of opeenvolgend zijn2 doet hierbij niet terzake: ook een overeen­komst waaruit één voortdurende verbintenis ontspruit kan gekwalificeerd worden als een duurovereenkomst.
19.  Deze tussen partijen gesloten duurovereenkomst is opzegbaar. Eisers be­roepen zich met betrekking tot deze opzegbaarheid op een arrest van de Hoge Raad van 7 april 2000. Opzegging dient te geschieden, aldus de
Zie CvR, alinea 34