naar pag. 18
40.      Uit al hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de gemeente niet rechtsgeldig heeft opgezegd, aangezien daarvoor afgewogen tegen het belang van eisers on­voldoende zwaarwegende belangen bestaan.
De gemeente is gehouden tot nakoming
41.      Uit al het voorgaande volgt bovendien dat zich in casu geen onvoorziene om­standigheden voordoen die van dien aard zijn dat eisers naar maatstaven van re­delijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mogen verwachten, en de gemeente kan zich volgens vaste rechtspraak dan ook niet onttrekken aan de hieruit voortvloeiende verplichtingen. Reeds ten tijde van het tot stand brengen van de regeling van belanghebbendenparkeren en in ieder geval ten tijde van de herbevestiging ervan was het voorzienbaar dat de par­keerdruk in het algemeen zou toenemen en dat het systeem van betaald parkeren zou worden uitgebreid. Nog afgezien van deze voorzienbaarheid, is de Prinses Irenebuurt nog steeds, anders dan andere buurten, een door de Zuidas­ontwikkeling en de aanwezigheid van het inmiddels uitgebreide WTC ernstig bedreigde zone voor wat betreft parkeeroverlast, hetgeen alleen maar zal toe­nemen. Het zal, net als in het centrum, onmogelijk zijn een parkeerplaats te vin­den en de wachtlijsten voor het verkrijgen van parkeervergunningen zullen eindeloos zijn.
Onrechtmatig handelen van de gemeente
42.      Subsidiair wordt aangevoerd dat de gemeente op grond van al het voorgaande onrechtmatig heeft gehandeld, althans onrechtmatig heeft gehandeld door na te laten eisers te compenseren voor hun schade.
De gemeente onwaardig
43.      Tenslotte een enkele opmerking over de onjuiste en een gemeente onwaardige suggestie die ligt besloten in het gestelde sub 24 van de Conclusie van Ant­woord dat de beweegredenen van eisers van financiële aard zijn, in die zin dat