De tijd die vliegt, een wandeling door de Prinses Irenebuurt, verzorgd door Lieneke Meurs
Deze wandeling is ook - met foto's - te vinden op www.irenebuurt.nl

De Prinses Irenebuurt is gebouwd in de jaren vijftig van de vorige eeuw. De architectuur van de wijk laat zich het beste kennen op een wandeltocht. Pas in looptempo zult u zien dat het verschil met grootschaliger jaren vijftig-wijken vooral is dat de flats, villa's en éénsgezinswoningen elk of per blokje een eigen ontwerp laten zien, er is nog geen sprake van systeembouw. Veel architecten die aan de bouw hebben bijgedragen waren vóór de Tweede Wereldoorlog al actief als eerste of  tweede generatie 'functionalist' of ontwerper in de Amsterdamse School-stijl. Van de meeste gebouwen zijn de architecten te vinden op de Atlas AUP Gebieden Amsterdam.
Wij wensen u een aangename wandeling.

De woningbouw ter weerszijden van de Amstelveenseweg is er nooit gekomen. We beginnen de wandeling hier, langs de Fred. Roeskestraat, de zogenaamde scholenstrook, die onlangs in stadsontwikkelingstermen is toegevoegd aan het Zuidasproject.

1. De laatste school in deze strook is de Tweede Openluchtschool. In navolging van de Eerste Openluchtschool van J. Duiker in de Cliostraat werd hier in 1963 een éénlaags schoolgebouw neergezet, waarbij elk lokaal een buitenterras had. Bij goed weer kon buiten les gegeven worden. In verband met bouwkundige problemen is de school al in 1992 vervangen door een nieuw gebouw van architectenbureau Rienks Van Poppel, met opnieuw buitenterrassen. Als de geplande hoogbouw van de Zuidas aan de overzijde van de straat gerealiseerd wordt, legt dat een slagschaduw over de school met het zonnetje in het logo. Ook in 1937 dacht men al aan hoogbouw op deze oever...

2. Langs het water treft u de eerste vrijstaande meestal min of meer vierkante villa's aan. We gaan even linksaf en zien als tweede huis aan de linkerhand: Dirk Schäferstraat 59, villa, architect Peters, bouwjaar 1958, bevat een tegeltableau in de voorgevel van M.C. Esscher, voorstellende 'Vogels en vissen'.

3. We steken over en lopen door tussen Dirk Schäferstraat en Johannes Worpstraat, vier flatgebouwen in strokenbouw met drie lagen, architect A. Warners, bouwjaar 1957, toepassing van kleurrijke buitenplaten die u straks ook zult zien in de Prinses Margrietstraat.
We keren terug naar de Fred. Roeskestraat en lopen rechtsaf richting tunneltje onder de Parnassusweg door. Aan de rechterkant ziet u:

4. Vestiging Kantongerecht aan Parnassusweg 200, architect B. Loerakker (VDL), bouwjaar 1970-75, uitbreidingen met de Rechtbank en het Parket in 1992. Binnen is bijzonder de zichtbare betonstructuur, die ook in de Thomaskerk (nr. 13) is toegepast.

We lopen het tunneltje door: de Parnassusweg en Strawinskylaan zijn hier verhoogd in 1972 ter ontsluiting van het NMB-gebouw, nu Atrium. De verhoogde laan zorgt voor verkeersscheiding, afscheiding van het kantorengebied en rust in de Prinses Irenebuurt.

We gaan uit de tunnel linksaf en dan rechtsaf de Prinses Irenestraat in, maar kijken nog even naar:

5. Flats en winkels ter weerszijden van de Parnassusweg, architect Auke Komter, bouwjaar 1957. Auke Komter was een befaamd lid van de zogenaamde groep '32 , een groep functionalistische architecten die binnen 'de 8' een konflikt veroorzaakten; van deze zogenaamde tweede generatie functionalisten mocht er bijvoorbeeld weer wat meer versiering in een ontwerp komen. Op de Minervalaan zult u drie door Komter ontworpen villa's zien. In Amsterdam is een ander bekend gebouw van zijn hand het gebouw van roeivereniging 'De Hoop'.

In de straten ter linkerzijde zijn alle blokjes éénsgezinswoningen verschillend van ontwerp. U neemt nu de derde straat links, de Prinses Marijkestraat. Hier bevinden zich ook diverse twee onder één kap woningen, die in de loop der jaren uitbreidingen of een derde verdieping hebben gekregen.

6. De éénsgezinswoningen Prinses Marijkestraat 26 t/m 42 en 10 t/m 24, zijn van architect J.J.B. Franswa (die in 1929 ontwerpen maakte voor het Minervaplein), bouwjaar 1954, tevens architect van villa's in de Herman Gorterstraat. De stalen ramen die in veel huizen in onze buurt waren toegepast zijn bijna overal vervangen. De eenheid in het straatbeeld is daarmee verdwenen, maar het comfort toegenomen (de huizen gaan hier langer mee dan de kantoren...).

U gaat nu rechtsaf langs een bungalow op een verhoging en een 'echte' bungalow, weer rechtsaf de Minervalaan op.

7. Minervalaan 96, hier ziet u het enige huis in twee lagen met puntdak, architect F.W. de Vlaming, bouwjaar 1954. De Vlaming was in 1962 met anderen ook architect van het Hiltonhotel.

8. Minervalaan 104 en 108: villa's in twee lagen, platte daken, architect Auke Komter, bouwjaar 1958.

9. Minervalaan 110: op deze kavel is de eerste vijftiger jaren villa afgebroken en vervangen door een villa van de architecten Zaanen/Spanjers, bouwjaar 2000, voor meer zie op moderne wijze www.zsa.nl.

Aan de overzijde zijn inmiddels nog twee villa's gesloopt. We wachten nog even op de nieuwbouw (in 2003 gereedgekomen).

10. We steken over en zien eerst op nr. 99 opnieuw een villa van Auke Komter, hier als bijzonderheid met een versiering van een tegeltableau en beeldhouwwerk in de gevel.

11. We gaan terug naar de hoek van het (wandel-) Minervapad voor Minervalaan 103, "Het Badhuis", architect M. Kamerling, bouwjaar 1957. De tegels waar het huis zijn naam aan ontleent zijn enige jaren terug overgestuct.

We volgen nu het Minervapad en gaan rechtsaf de Prinses Margrietstraat in.

12. Prinses Margrietstraat 22 t/m 52, enkele malen éénsgezinswoningen twee onder één kap met garages van architect A. Warners, bouwjaar 1957, met dezelfde kleurrijke buitenplaten als op de flats van deze architect die u eerder zag.
Aan het eind van de straat links ziet u al en gaat u linksaf naar:

13. Prinses Irenestraat 36, Thomaskerk, architect K.L. Sijmons, bouwjaar 1966, betonnen structuur binnen zichtbaar, geïnspireerd door de kapel van Le Corbusier in Ronchamp, buitenzijde met baksteen en tegels, raam van A.Saura. K.L. Sijmons had zich in 1934 met anderen aangesloten bij de groep '32', die vooral het kunstzinnige aspect van de architectuur in ere wilde herstellen, waarbij Le Corbusier en de klassieke oudheid als voorbeelden dienden. Sijmons was met Zanstra en Giesen in 1934 architect van de bekende atelierwoningen in de Zomerdijkstraat.

We lopen nu door richting Beethovenstraat en steken over, òf door uw leven te wagen, óf door rechtsaf opnieuw een tunneltje te nemen en linksaf terug te lopen.

14. Op de hoek van de Beethovenstraat nrs. 195-265, ziet u dan de 'Princesseflat' van architect Mart Stam, bouwjaar 1960, een flatgebouw in 10 lagen met garages en een kantoorgebouwtje waar Stam in de zestiger jaren nog enige tijd kantoor hield.
Mart Stam behoort tot de zogenaamde eerste generatie functionalisten en dit 'late' werk van hem is één van de eerste hoogbouwwoningen van zijn hand. Bekender in Amsterdam-Zuid zijn de 'drive-in'-woningen in de A. van Dijckstraat die hij met anderen in 1936 ontwierp.

We vervolgen de route in de Prinses Irenestraat en zien dan aan de rechterhand:

15. Het Nicolaas Lyceum, bouwjaar 1959, van architect T. Peters, die ook de villa van nr. 2 bouwde.

16. De (door kunstenaars gekraakte) kapel met bouwjaar 1961 is ook ontworpen door Peters.

17. En tenslotte rust u uit in het onvolprezen Beatrixpark dat vooral groen en rustig moet blijven!