naar pag. 3

Amsterdam, tegenover de garage Prinses Irenestraat 46, een drietal grote containers was geplaatst.
Vervolgens hebben wij getracht informatie te verkrijgen over het doel van een en ander en een antwoord op de vraag of ook de noodzakelijke bouwvergunning was verleend. Hoewel de ter plaatse aanwezige werkneemster van Nuon en later ook mevrouw Van Gelderen van uw stadsdeel mededeelden dat een bouwvergunning was verleend, blijkt dit - bij navraag bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht - niet het geval te zijn.
Gelet op de datum van indiening van het bezwaarschrift, ruim binnen twee weken nadat wij van de ontheffing op de hoogte waren geraakt, kan redelijkerwijs niet worden geoordeeld dat wij in verzuim zijn door het bezwaarschrift na afloop van de ingevolge art. 6:7 Awb geldende termijn van zes weken in te dienen. Op grond van art. 6:11 Awb dient niet-ontvankelijkverklaring achterwege te blijven.
Bezwaren
Het onderhavige object bestaat uit een drietal containers.
De eerste twee containers bevatten respectievelijk een olietank van 10.000 liter en een cv-ketel van 700 KW gas/olie. De derde container bevat volgens het opschrift een cv gas van 2300 KW. Op deze laatste container is een grote uitlaatpijp gemonteerd die niet boven de Assurantiebeurs uitkomt. Wanneer de containers aan elkaar worden gekoppeld ontstaat kennelijk een oliegestookte energiecentrale waarmee warmte kan worden geleverd. De installatie neemt vrijwel het gehele voetpad ten westen van de Assurantiebeurs in beslag.
Wij maken bezwaar tegen de plaatsing van deze centrale op deze locatie.
De locatie, een openbaar voetpad, is niet geschikt. Direct ten noorden van de locatie zijn woningen met tuinen gelegen. Wij vrezen geluidsoverlast, stank en luchtverontreiniging door de vrijkomende rookgassen.
Voorts is het voetpad niet meer bruikbaar en ook niet meer begaanbaar voor hulpdiensten en politie.
De containers staan zo dicht tegen het ter plaatse aanwezige hekwerk dat de klimop aan een zijde van het hekwerk zal afsterven.
De centrale is, zo hebben wij begrepen, bedoeld voor de warmtelevering aan de dit jaar geopende WTC-uitbreiding aan het Zuidplein, meer dan 100 m verderop gelegen. In de omgeving van dit gebouw is voldoende ruimte. Bovendien zijn emissies van geluid en rookgassen in die omgeving minder hinderlijk in verband met het achtergrondgeluid en uitlaatgassen van het verkeer op de A1O.
Wij vinden het daarnaast onzorgvuldig dat ontheffing is verleend, aangezien voor de plaatsing van een centrale met een omvang als deze evident een bouwvergunning is vereist en deze niet kan worden verleend gezien de ter plaatse vigerende bestemming.