5. In 1997 is namens bewoners van de Prinses Irenebuurt overleg gevoerd met het bestuur van het toenmalige stadsdeel Amsterdam Zuid. Tijdens de bijeenkomst gehouden op 10 november 1997 (productie 15) is nog eens herbevestigd dat het belanghebbendenparkeren noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat de woonbuurt geen parkeerterrein wordt voor het werkgebied in de directe omgeving. Daarnaast is opgemerkt dat het invoeren van betaald parkeren pas aan de orde is als de parkeerdruk daartoe aanleiding geeft en er voldoende draagvlak bestaat bij de bewoners. Het veranderen van het belanghebbendenparkeren zonder overleg met de bewoners werd zowel door de bewoners als de gemeente niet wenselijk geacht. Eveneens is aangegeven dat door het invoeren van betaald parkeren buiten de Prinses Irenebuurt en door de ontwikkelingen van de Zuidas de parkeerdruk in deze buurt zal toenemen. De bewoners hebben er toen mee ingestemd dat er in de straten van de buurt die geen directe woonfunctie hebben, betaald parkeren werd ingevoerd.
6. Bij schrijven van 23 maart 1998 (productie 16) is daarnaast aan bewoners medegedeeld dat de tijden van het belanghebbendenparkeren verruimd zullen worden en dat de vergunning voor belanghebbendenparkeren nu zelfs tot 19.00 uur geldig is in plaats van tot 16.00 uur. Daarin is tevens gemeld dat is besloten de parkeerregeling voort te zetten.
7. De gemeenteraad heeft in het Masterplan Zuidas en in het kader van de besluitvorming en de beraadslagingen daarover expliciet bevestigd dat de onderhavige buurt behouden dient te blijven als rustige woonbuurt. Aantasting daarvan door het openstellen van de buurt voor de parkeerdruk uit de Zuidas is daarmee in strijd.
8. Bovendien wijzen eisers er nog op dat is gebleken dat het stadsdeel ZuiderAm-stel het belanghebbendenparkeren in de Prinses Irenebuurt wenst te handhaven. Dit bliikt uit het ontwerp-raadsopdracht stadsdeel Zuideramstel 2002-2006
|
||
|
||