Gerechtshof te Amsterdam link naar schriftelijk pleidooi van mr. Ter Haar (de gemeenteadvocaat)
Rolzitting: 15 december 2005
Rolnummer: 05.0176
SCHRIFTELIJK PLEIDOOI
inzake:
1. DE VERENIGING B EETHOVENSTRAAT- PARNASSUSWEG e.a. (niet opgenomen)
allen statutair gevestigd of wonende te Amsterdam,
appellanten
advocaat en procureur: Mr. S. Levelt
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE AMSTERDAM
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde
advocaat en procureur: Mr. B.R. ter Haar
Grootedelachtbaar College,
Appellanten, hierna gezamenlijk in het enkelvoud aan te duiden als 'de Vereniging' maken van deze gelegenheid van schriftelijk pleidooi gaarne gebruik om kort te reageren op het arrest in het incident en de Memorie van Antwoord. Voorts brengt de Vereniging enkele nieuwe producties in het geding.
EERSTE TERMIJN:
Kern geschil
1. De Rechtbank Amsterdam heeft in het vonnis van 6 oktober 2004 vastgesteld dat in de Prinses Irenebuurt de Gemeente de parkeeroverlast zoveel als
mogelijk dient te beperken. Deze verplichting staat vast, nu noch de Vereniging, noch de Gemeente tegen deze overweging heeft geappelleerd. Vanzelfsprekend is het aanvoeren van nieuwe grieven bij akte of pleidooi niet
toegestaan.1
1. HR 29 september 1995, NJ 1996/88
2. De Vereniging meent dat de regeling van belanghebbendenparkeren tot dusverre in de praktijk heeft aangetoond een geschikt middel te zijn om gehoor te geven aan deze verplichting, getuige de jarenlange ervaring in de Prinses Irenebuurt, maar ook elders in Amsterdam, zoals in de stadswijken Ransdorp, Durgerdam, Holysloot, Sloten, enzovoort. De Gemeente erkent dit ook. De Gemeente erkent tevens dat de regeling van belanghebbendenparkeren een betere bescherming biedt tegen parkeeroverlast dan het systeem van fiscaal betaald parkeren (zie punt 12 MvA).
3. De Gemeente stelt zich echter op het standpunt dat het handhaven van het belanghebbendenparkeren "redelijkerwijs" niet meer mogelijk zou zijn, omdat een gelijke behandeling van de burgers en een uniform parkeerbeleid zouden nopen tot de invoering van betaald parkeren.
4. De inhoud van de garantie is echter duidelijk: de parkeeroverlast dient door de Gemeente zoveel als mogelijk te worden beperkt. Men komt dan aan de vraag of dit systeem "redelijkerwijs" nog mogelijk is, niet toe. De verplichting van de Gemeente hield immers niet in de parkeeroverlast redelijkerwijs zo veel als mogelijk te beperken. De vraag of het systeem redelijkerwijs nog mogelijk is, kan pas aan de orde komen, in het kader van een beroep van de Gemeente op het leerstuk van onvoorziene omstandigheden, die van dien aard zijn dat de Vereniging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid de ongewijzigde instandhouding van de door de Gemeente aangegane verplichting niet mag verwachten.
6. De door de Gemeente aangevoerde redenen voor wijziging van de invulling van de garantie, te weten gelijke behandeling van burgers en een uniform parkeerbeleid, zijn volgens de Vereniging geen onvoorziene omstandigheden. Ten tijde van de totstandkoming van de garantie was parkeeroverlast een bekend fenomeen. Dat de parkeerdruk alleen maar zou toenemen was bij de Gemeente - net als bij ieder ander- een gegeven. Het lag in de lijn der verwachting dat in de loop der jaren het betaald parkeren ook in andere delen van de stad zou worden ingevoerd. Destijds vond men het systeem van belanghebbendenparkeren het juiste instrument voor de Prinses Irenebuurt om de parkeeroverlast zoveel als mogelijk te beperken, terwijl het systeem niet gelijk aan het systeem van betaald parkeren dat in 1986 al in de Amsterdamse binnenstad was ingevoerd. (In 1984 is de Dienst Parkeerbeheer opgericht voor de controle en handhaving van het betaald parkeren). Het streven naar uniformering kan niet als onvoorziene omstandigheid worden gezien.
7. Er doen zich geen onvoorziene omstandigheden voor die van dien aard zijn dat de Vereniging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid de ongewijzigde instandhouding van de door de Gemeente aangegane verplichting niet mag verwachten. Overigens volgt ook uit de vaststelling door de Rechtbank met gezag van gewijsde dat de Gemeente nog steeds onverkort gehouden is de parkeeroverlast zoveel als mogelijk te beperken, dat een beroep op onvoorziene omstandigheden niet meer kan worden gehonoreerd.
8. Uit het voorgaande volgt dat er volgens de Vereniging geen ruimte is voor een belangenafweging bij de invulling van de verplichting van de Gemeente. Deze verplichting zou in feite een lege huls zijn, indien de invulling geschiedt op de wijze die de Gemeente "redelijkerwijs" mogelijk acht in het kader van het door de Gemeente gevoerde beleid. De bewoners van de Prinses Irenebuurt zouden in ruil tegen een dergelijke garantie nooit het verzet tegen het WTC en de volgende ontwikkelingen gestaakt hebben, terwijl ook de rechters, die de ruimtelijke plannen ten behoeve van de inmiddels kolossale kantoorbebouwing beoordeelden, zijn uitgegaan van het bestaan van een "harde" garantie.
Bewijslast
9. De Vereniging stelt dat het systeem van fiscaal betaald parkeren de parkeeroverlast niet zoveel als mogelijk te beperkt. Zij onderbouwen deze stelling met het feit van algemene bekendheid dat de parkeeroverlast in het overgrote deel van de Amsterdamse buurten, waar fiscaal betaald parkeren is ingevoerd, aanzienlijk is. In de naastgelegen Rivierenbuurt zijn jarenlange wachtlijsten voor vergunningen. Bewoners moeten lang zoeken voordat zij een parkeerplaats kunnen vinden. Het is derhalve een feit van algemene bekendheid dat het systeem van fiscaal parkeren parkeeroverlast niet zoveel als mogelijk beperkt. Ter illustratie dient de situatie in het stadsdeel Oud-West waarin met een systeem van fiscaal parkeren de parkeeroverlast groot is (produktie 1).
10. Het gebied, waar thans belanghebbendenparkeren geldt, betreft slechts enkele woonstraatjes (produktie 2).Wanneer de meeste bewoners van de Prinses Irenebuurt thuis zijn, staan de straten waar het belanghebbendenparkeren is ingevoerd reeds nu vol (produktie 3). Wanneer de burnt wordt opengesteld voor betaald parkeerders, zullen de smalle straatjes in de Prinses Irenebuurt verstopt raken en zullen de bewoners zelf geen plek meer vinden. Door de scheiding van vergunninggebieden zal het aantal vergunninghouders in de Prinses Irenebuurt weliswaar binnen de perken gehouden kunnen worden, maar het aantal betaald parkeerders is niet in de hand te houden. Dat van het WTC nauwelijks iets te duchten valt is een misvatting. Alle bezoekers, toeleveranciers, servicediensten, enzovoort van deze bedrijven en van andere bedrijven van de Zuidas kunnen in de Prinses Irenebuurt parkeren, weliswaar aan de meter, maar dat is geen al te grote drempel gezien het lage metertarief. Voorzover de bedrijfsvergunningen niet toereikend zijn, kunnen de bedrijven ten behoeve van hun werknemers en hun bezoekers besluiten de nog goedkopere dag-, en maandkaarten ParkAdammers aan te schaffen. Dat de gemeente "aan de knoppen zit" geeft daarom volstrekt onvoldoende waarborg. Dit geldt te meer nu het stadsdeel niet bereid is gebleken met de burnt afspraken te maken over de wijze waarop de knoppen zullen worden gehanteerd.
11. De immer toenemende grootschalige kantoorbebouwing aan de Zuidas zal aanzienlijke extra parkeeroverlast in de Prinses Irenebuurt veroorzaken. Het naastgelegen treinstation Zuid/WTC zal bovendien een extra aantrekkende werking hebben. Het station moet het vijfde station in Nederland worden met in 2020 220 duizend reizigers per dag (produktie 4). Met name voor reizigers naar Schiphol en andere HSL-bestemmingen is de Prinses Irenebuurt, mede met het oog op het lage parkeertarief (aanzienlijk lager dan op Schiphol zelf!), de aangewezen plek om de auto te stallen; overdag, 's avonds en in de weekenden. Van vrijdagavond tot en met maandagoch tend zal zelfs gratis geparkeerd kunnen worden.
Door deze twee ontwikkelingen bevindt de Prinses Irenebuurt zich in een uitzonderlijke en bijzonder bedreigde positie.
12. De Gemeente heeft de komende parkeeroverlast bij monde van het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Zuideramstel nadrukkelijk erkend. In de voordracht (produktie 5) van de Nota "Parkeren in Zuideramstel" van het Dagelijks Bestuur aan de Stadsdeelraad van 20 september 2005 schrijft de Gemeente zelf dat bij de invoering van fiscaal betaald parkeren in de Prinses Irenebuurt een zeer hoge parkeeroverloop kan worden verwacht vanuit de Zuidas. In een poging deze overloop enigszins te dempen, stelt het Dagelijks Bestuur voor een hoog parkeertarief te hanteren. Het is overigens maar de vraag of de hoogte van het parkeertarief dit gewenste dempende effect wel zal hebben.
13. Wat hier ook van zij, de Stadsdeelraad is niet akkoord gegaan met het hogere
tarief en heeft bij amendement het allerlaagste metertarief ingevoerd. Dit
amendement is zeker niet op verzoek van de Vereniging ingediend. Het
uurtarief zal € 1,10 bedragen en het dagtarief zal € 6,60 bedragen. In het
ZuidAs-gebied gelden voor parkeerplaatsen drie tot vijf maal hogere
parkeergaragetarieven en de metertarieven in de aangrenzende buurten zijn
het dubbele. Parkeerders zullen de Prinses Irenebuurt spoedig weten te
vinden. Op 4 oktober 2005 heeft het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Zuideramstel het Uitwerkingsbesluit Parkeerverordening 2005 Stadsdeel
Zuideramstel (produktie 6) vastgesteld. De parkeerbescherming op zaterdag wordt afgeschaft. Het vergunningenplafond is naar de inschatting van appellanten veel te hoog en overschrijdt het aantal beschikbare parkeerplaatsen met tientallen procenten. Ondanks de grenswijziging, ligt nog steeds een fors gedeelte van het Zuidas-gebied in het vergunningengebied 3, waartoe de Prinses Irenebuurt behoort, tengevolge waarvan een groot aantal bedrijfsvergunning kunnen worden uitgegeven voor het parkeren in deze buurt.
14. Op grond van het voorgaande is de stelling, dat de parkeeroverlast in de Prinses Irenebuurt door het invoeren van fiscaal betaald parkeren zal toenemen, voldoende onderbouwd. Hieruit volgt dat met het systeem van fiscaal betaald parkeren de parkeeroverlast niet zoveel mogelijk wordt beperkt en de gemeente derhalve de garantie niet gestand doet.
15. Het is aan de Gemeente te bewijzen dat de parkeeroverlast ook met het systeem van fiscaal betaald parkeren zoveel mogelijk wordt beperkt. De Gemeente heeft nog geen begin van bewijs geboden. Integendeel, de Gemeente erkent juist (zie de voordracht van het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel van 20 september 2005 (productie 3) dat de parkeeroverlast met fiscaal betaald parkeren zal toenemen. De Rechtbank heeft de bewijslast in deze ten onrechte bij de Vereniging gelegd.
16. Totdat feitelijk is aangetoond dat het systeem van fiscaal betaald parkeren dezelfde waarborgen biedt als het systeem van belanghebbendenparkeren, dat immers ook mogelijk is, meent de Vereniging dat de garantie met het afschaffen van het belanghebbendenparkeren en de invoering van fiscaal betaald parkeren niet wordt nagekomen.
17. In punt 43 van de MvA stelt de Gemeente dat in het gedeelte van de Prinses Irenebuurt waar betaald parkeren is ingevoerd hooguit 25 % van de parkeerplaatsen bezet is. Volgens de Vereniging is dit een verkeerde voorstelling van zaken. Het niet-woongedeelte van de Prinses Irenebuurt, waar al geruime tijd het systeem van betaald parkeren geldt, staat overdag meestal helemaal vol met geparkeerde auto's (produktie 7), ondanks het feit dat momenteel bijna alle kantoren aan de Prinses Irenestraat en Parnassusweg tijdelijk leeg staan in verband met uitbreidingen en verbouwingen. Ook de private parkeerterreinen van deze leegstaande kantoren zijn volgeparkeerd.
Bestuursrechtelijke procedure
18. Uit overweging 2.6 in het arrest in het incident maakt de Vereniging op dat Uw College in de vooronderstelling is dat er over deze kwestie al uitgebreide gerechtelijke procedures hebben plaatsgevonden. Dit is niet juist. Het betreft slechts twee procedures: de bestuursrechtelijke procedure ingeleid met een bezwaarschrift en thans in beroep bij de bestuursrechter bij de Rechtbank Amsterdam en de onderhavige procedure. In de bestuursrechtelijke procedure heeft de zitting bij de Rechtbank Amsterdam op 18 oktober jl. plaatsgevonden. De bestuursrechter heeft tot op heden geen uitspraak gedaan. De termijn voor het doen van een uitspraak bedraagt zes weken. Deze termijn is bij schrijven van 30 november jl. met zes weken verdaagd. De uitspraak is uiterlijk op 10 januari 2006 te verwachten. Ter informatie voeg ik hierbij de pleitnotities van beide partijen in deze procedure bij (produkties 8 en 9). Ik wijs Uw College erop dat de Gemeente ter zitting van 18 oktober 2005 nogmaals heeft bevestigd nog steeds gehouden te zijn de garantie gestand te doen. De Gemeente meent echter dat zij de garantie gestand doet door het invoeren van fiscaal betaald parkeren.
Conclusie
dat het Hof behage om bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis waarvan beroep te vernietigen en opnieuw rechtdoende, de vordering van de Vereniging om de gemeente Amsterdam te verbieden de bijzondere parkeerregeling zoals deze sinds 20 januari 1986 geldt, te beeindigen en/of handelingen te verrichten of besluiten te nemen die de werking ervan teniet dien en/of aantasten en te veroordelen zodanige besluiten te handhaven en/of te nemen dat de parkeerregeling van kracht is en blijft toe te wijzen en de Gemeente te veroordelen in de kosten van het geding in beide instanties
TWEEDE TERMIJN:
1. De Gemeente doet het in de eerste termijn van haar pleidooi voorkomen alsof het belanghebbende parkeren een soort goedmakertje aan de bewoners van de Prinses Irenebuurt zou zijn voor al het ongemak dat de bouw van het WTC heeft meegebracht, dat al lang genoeg geduurd zou hebben. Dit is een onjuiste voorstelling van zaken. De garantie, die in 1980 is gegeven en vervolgens meerdere malen is (her)bevestigd, dient ter voorkoming van het grote nadeel van parkeeroverlast in de rustige woonbuurt als gevolg van de bouw van het WTC en de daaropvolgende kantoorbebouwing. Zonder het bestaan van de garantie zouden deze grootschalige ontwikkelingen geen doorgang hebben kunnen vinden. Van een voordeeltje is geen sprake.
2. In sub 6 van de eerste termijn van de pleitnota van de Gemeente is ten
onrechte betoogd dat de kantoren en de Prinses Irenebuurt in verschillende
vergunninggebieden liggen. Ook in het vergunningengebied 3, waartoe de
Prinses Irenebuurt behoort, zijn kantoren gelegen. De zuidgrens van het gebied is in het Uitwerkingsbesluit Parkeerverordening 2005 Stadsdeel Zuideramstel (zie productie 6) vastgesteld op de zuidzijde van de Prinses Irenestraat en de zuidzijde van de Fred Roeskestraat. Aan de Prinses Irenestraat is grootschalige kantoorbebouwing gevestigd, waaronder het kantoor van verzekeraar Wintherthur, de Assurantiebeurs, die na renovatie gehuurd zal gaan worden door Freshfields, Bruckhaus en Deringer en het voormalige kantoor van Nauta Dutilh advocaten. In de Fred Roeskestraat staan eveneens een aantal kantoren; bijvoorbeeld kantoorgebouw Forum, waarin advocatenkantoor Loyens en Loeff kantoor houdt. Er bestaan plannen voor nieuwe ontwikkelingen aan de Fred Roeskestraat.
3. Anders dan gesteld in sub 7 van de eerste termijn van het pleidooi van de
Gemeente, blijkt uit de voordracht van het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel
Zuideramstel van 20 september 2005 dat de Gemeente wel degelijk
verwacht dat er met het systeem van fiscaal betaald parkeren ernstige
parkeeroverlast zal ontstaan. Totdat feitelijk is bewezen dat het systeem van
fiscaal betaald parkeren dezelfde waarborgen biedt als het systeem van
belanghebbendenparkeren, dat immers ook mogelijk is, meent de
Vereniging dat de garantie met het afschaffen van het
belanghebbendenparkeren en de invoering van fiscaal betaald parkeren niet
wordt nagekomen.
4. Hoewel er volgens de Vereniging bij gebreke aan onvoorziene omstandigheden geen plaats is voor een belangenafweging, merkt de Vereniging over de door de Gemeente aangevoerde belangen nog het volgende op.
5. Dat de bewoners van de Prinses Irenebuurt minder betalen voor parkeren dan vergunninghouders in andere delen van de stad, staat buiten kijf. Destijds is echter bepaald dat de kosten voor handhaving van het belanghebbendenparkeren zouden worden opgebracht uit de opbrengsten van de erfpachtbelasting van het WTC (zie productie 4 bij dagvaarding). De bewoners van de Prinses Irenebuurt hebben desalniettemin herhaalde malen te kennen geven bereid te zijn een hogere vergoeding te betalen voor de belanghebbendenparkeerkaarten. Het gaat hen uiteindelijk om de bescherming tegen parkeeroverlast. Het financieel-economische belang van de Gemeente, voorzover dat in dit kader een te honoreren belang wordt geacht, kan ook met het systeem van belanghebbendenparkeren worden gediend.
6. Met het invoeren van fiscaal betaald parkeren in de Prinses Irenebuurt zou volgens de Gemeente de parkeercapaciteit worden vergroot. Appellanten zijn het met de Gemeente eens over het feit dat de parkeercapaciteit enigszins zal worden vergroot. Naar verwachting zullen namelijk de weinige, thans onbenutte parkeerplaatsen in de Prinses Irenebuurt maximaal worden benut, zodat de parkeeroverlast aanzienlijk zal zijn. De vergroting van de parkeercapaciteit is echter in verhouding tot de parkeerbehoefte in het Zuidas-gebied een druppel op een gloeiende plaat. Het gebied waarbinnen momenteel belanghebbendenparkeren geldt, strekt zich uit over enkele woonstraatjes (zie productie 2). Het aantal extra parkeerplaatsen dat vrij zou komen ten behoeve van bedrijfsvergunningen en betaald parkeerders uit het Zuidas-gebied is relatief klein. Voor de parkeerproblematiek in het Zuidas-gebied dient een structurele oplossing te worden bedacht. De ervaring leert dat het eenvoudigweg toevoegen van enkele parkeerplaatsen geen oplossing biedt, aangezien deze ook meer verkeer zullen aantrekken.
7. Het belang van uniformiteit kan geen doel op zich zijn. Een uniform systeem zou ook niet wenselijk zijn; immers de mogelijkheid om per buurt specifieke parkeerproblemen te bestrijden moet blijven bestaan. Daarbij moet worden bedacht dat er in Amsterdam toch al geen uniform systeem zal bestaan. Belanghebbenden parkeren blijft volgens de Menukaart Parkeren ook in de toekomst in meerdere stadswijken, ook binnen het Stadsdeel (bijvoorbeeld in de Rai-buurt), gehandhaafd. De Gemeente heeft voorts aangekondigd om voor de parkeerproblematiek rond het Zuidas-gebied apart beleid te zullen ontwikkelen in een aparte nota, maar deze nota is nog niet verschenen. Met het afschaffen van het belanghebbendenparkeren in de Prinses Irenebuurt wordt hier ver op vooruit gelopen.
Procureur