Vereniging Beethovenstraat-Parnassusweg        

 

Secretariaat
Henriëtte Bosmansstraat 57
1077 XG  Amsterdam
e-mail:
verbepar@gmail.com

Home
Actueel
Bestuur
Architectuurwandeling
Geschiedenis

Prinses Irenebuurt in cijfers
Jubileumboek
Parkeren

Bestemmingsplan
Afval
Natuur
Hondenbeleid
De buurtregisseur
Acties tegen lichtreclame
Zuidas
Archief
Links

Fotogalerij
Website

 

Parkeren in tuinen

Als gevolg van het bestemmingsplan Prinses Irenebuurt en omgeving zal het niet meer toegestaan zijn gronden met de bestemming tuin als parkeerplaats te gebruiken. Wanneer (een deel van) de tuin reeds vóór 28 februari 2012 voor parkeren werd gebruikt, kan het parkeren vermoedelijk zonder consequenties worden voortgezet. Wij lichten dit als volgt toe.

In het vorige bestemmingsplan Uitbreidingsplan Zuider Amstelkanaal (deel 1) was geen gebruiksverbod opgenomen. Het verbod voor gebruik in strijd met een uitbreidingsplan was geregeld in een gebruiksvoorschrift in de Bouwverordening 1967. Deze verordening is echter in 1988 vervangen door een nieuwe verordening, de Bouwverordening 1988, waarin het gebruiksvoorschrift opnieuw is vastgesteld, terwijl de gemeenteraad daartoe niet meer bevoegd was. De rechtbank Amsterdam heeft in 2001 geoordeeld dat hierdoor ernstig moet worden betwijfeld of er voor een gebied met een uitbreidingsplan een gebruiksvoorschrift geldt, zie Rb. Amsterdam 1 mei 2001, AWB 01/1049 BESLU VV (Windsurfing). Bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (thans Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied) wordt ervan uitgegaan dat het, mede gelet op deze uitspraak, niet meer mogelijk is om via het gebruiksverbod uit de bouwverordening handhavend op te treden tegen gebruik dat in strijd is met uitbreidingsplannen (e-mail mr. R. van der Keur d.d. 9 maart 2012). Zie ook ABRvS 27 november 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2103. Hier ging het ook om een gebruiksverbod dat zijn gelding had verloren. De Afdeling overwoog dat de gemeenteraad (van Bodegraven-Reeuwijk) na 1 augustus 1970 niet meer bevoegd was om een gebruiksverbod vast te stellen en dat een bestemmingsplan waarin opnieuw en met terugwerkende kracht een verbod was opgenomen voor gebruik van gronden in strijd met twee oude uitbreidingsplannen, dit niet kon repareren. Voor bedrijfsactiviteiten begonnen in een periode dat er geen gebruiksverbod ten aanzien van die activiteiten gold, was er dus geen overtreding en er kon dus niet handhavend worden opgetreden tegen deze bedrijfsactiviteiten.

Het overgangsrecht van het bestemmingsplan Prinses Irenebuurt en omgeving, dat op 28 februari 2012 in werking is getreden, bepaalt dat het gebruik of in gebruik geven van gronden en bouwwerken dat afwijkt van het plan op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt mag worden voortgezet, met uitzondering van het gebruik of in gebruik geven dat reeds in strijd was met de tot dat tijdstip geldende bepalingen met betrekking tot het gebruik van gronden en bebouwing.

Gelet op de uitspraak van de rechtbank dat ernstig betwijfeld moet worden of voor een Amsterdams uitbreidingsplan een gebruiksverbod geldt en het standpunt van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied dienaangaande, nemen wij aan dat het gebruik van tuinen als parkeerplaats mag worden voortgezet als dit vóór 28 februari 2012 al plaatsvond.